Lijstje met technieken om je boot te sturen of op koers te houden

Opkanten
Gewicht op een bil brengen eventueel met een gestrekt been. Bij het gewicht op de linkerbil draait de kano naar rechts. (rechtsopkanten =rechterkant kano komt omhoog, links opkanten = de linkerkant van de kano komt omhoog) Oefening: slalom varen enkel door opkanten.

Boogslag tijdens varen
Begin met het opkanten van je boot in de richting waar je heen wilt sturen. De slag wordt aan de andere kant gemaakt. De slag wordt zo wijd mogelijk gemaakt; de peddel zover mogelijk aan de voorkant naast de kano insteken met het peddelblad evenwijdig aan de boot. Vervolgens met een op schouderhoogte uitduwende tot een bijna gestrekte arm een boog beschrijven zover mogelijk naar achter doorhalend. De romp draait mee (kanoƫr peddelblad met romp laten volgen). De duwende arm moet nu ruim over de middellijn van de kano heenkomen. Het gewicht hangt aan de kant waar de slag wordt gemaakt. De handen blijven zo laag mogelijk bij de kano (peddelsteel blijft min of meer langs spatzeil, doordat ver naar het peddelblad in het water toe wordt opgekant).

360 graden draaien tijdens stilliggen
Men moet zover mogelijk naar de kant opkanten waar een boogslag wordt uitgevoerd. De slag wordt aan de andere zijde van de kano achter overgepakt. Het ‘overpakken’ betekent dat ook het gewicht verplaatst wordt naar de andere kant (opkanten naar andere zijde en gewicht om en om op linker-rechterbil). Het is een afwisseling van de voorwaartse en een achterwaartse boogslag.

Achterstevenroer
(is alleen effectief bij voldoende snelheid) de peddel wordt zover mogelijk naar de achterkant van de kano ingezet zo dicht mogelijk bij de boot. De romp wordt zover mogelijk parallel aan de kano ingedraaid en het hoofd volgt de peddelinsteek (de gehele peddel is aan een kant van de kano). Het peddelblad staat verticaal in het water met de holle kant naar de kano toe gericht. Men moet opkanten aan de kant waar de peddel als roer wordt ingezet. Door het blad naar de kano toe of juist van de kano af te bewegen verandert de kano van richting (aan de rechterkant insteken betekent dat met het naar buiten toe bewegen van het peddelblad de kano naar rechts stuurt). Men kan op deze wijze de kano laten ‘kwispelen’. Het peddelblad moet vertikaal in het water blijven en het is niet de bedoeling dat het blad ‘gedraaid’ wordt; daarmee verliest men snelheid en realiseert men geen stuurbeweging. Bij het insteken van het peddelblad kijkt men naar het peddelblad, maar vervolgens weer naar voren om de stuurcorrectie te kunnen beoordelen.

Boegroer
Begin met het opkanten van je boot in de richting waar je heen wilt sturen. Plaats vervolgens je peddel vertikaal in het water aan de opgekante kant van je boot. Doe dit ter hoogte van je opgetrokken knie, onder een hoek van 45 graden t.o.v. je boot.
Bij voldoende snelheid zal je boot nu om je peddel gaan draaien. Eindig de actie met een flinke voorwaartse slag.
Experimenteer met verschillende insteekplaatsen en hoeken van je peddel om verschillende bochten te maken.